vrijdag 8 juli 2011

'Het kleine zwarte visje': mijn eerbetoon aan Farzad Kamangar

Farzad Kamangar als leraar in Koerdistan

Vorig jaar werden op 9 mei in de beruchte Evin-gevangenis in Teheran vijf politiek gevangenen uit Koerdistan opgehangen: Farzad Kamangar, Ali Heydarian, Farhad Vakili, Mehdi Eslamian en Shirin Alam Holi. De vijf zouden banden hebben gehad met "antirevolutionaire groeperingen". Het Iraanse regime zei dat de vijf lid waren van de pro-Koerdische groepering PJAK, de Partij voor een Vrij Leven van Koerdistan (PJAK), die nauwe banden heeft met de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK).

De bekendste van de vijf was Farzad Kamangar (1975). Hij was twaalf jaar lang leraar in het Koerdische dorp Kamiaran. Op 19 augustus 2006 werd hij gearresteerd. Kamangar werd wel eens vergeleken met de beroemdste leraar van Iran en de schrijver van het verhaal waarvan mijn vertaling net in de boekhandel ligt: Samad Behrangi, die met zijn wereldberoemde Mahiye siah kuchulu (1968) of Het kleine zwarte visje ook zijn verzet uitte tegen het regime van de sjah en tegen een dictatoriale levenswijze. Tijdens de Iraanse Revolutie van 1979 was dit een veelgehoorde leuze: Rahe Samad rahe mast, Samad moalleme mast. Vertaald: De weg van Samad is onze weg, Samad is onze leraar.

Farzad Kamangar werd geëxecuteerd toen ik vorig jaar net begonnen was met mijn vertaling van Het kleine zwarte visje. Laat mijn vertaling een eerbetoon aan hem zijn. Hier volgt zijn afscheidsbrief uit de gevangenis, waarin hij verwijst naar het verhaal van Behrangi.

Wees sterk, kameraden

Er was eens een vis die 10.00 eitjes had gelegd. Alleen één zwart visje overleefde. Hij leeft samen met zijn moeder in een beek. Op een dag zei het kleine visje tegen zijn moeder: “Ik wil hier weg.” De moeder zei: “Waar naartoe?” Het kleine visje antwoordde: “Ik wil gaan kijken waar de beek eindigt.”

Gegroet, celgenoten. Gegroet, vrienden in pijn!

Ik ken jullie goed: jullie zijn de leraren, de buren van de sterren van Khavaran*, de klasgenoten van tientallen mensen wier teksten tegen hen werden gebruikt, de leraren van studenten wier enige misdaad hun gedachten waren. Ik ken jullie goed: jullie zijn de collega’s van Samad en Ali Khan. Jullie herinneren zich mij, toch?

Ik ben het, degene die vastgeketend zit in de Evin-gevangenis.

Ik ben het, de stille student die in de kapotte schoolbanken zit en verlangt om de zee te zien in een afgelegen dorp in Kurdistan. Ik ben het, die net als jullie de verhalen van Samad aan zijn studenten vertelde.

Ik ben het die graag de rol van het kleine zwarte visje op mij neemt.

Ik ben het, jullie kameraad die ter dood veroordeeld is.

De valleien en de bergen liggen nu achter hem en de rivier stroomt door een vlakte. Links en rechts voegen andere riviertjes zich bij de rivier, die nu vol water is. Het kleine visje geniet van zo overvloedig veel water…het kleine visje wilde naar de bodem van de rivier gaan. Hij kon zoveel zwemmen als hij wilde en botste nergens tegenaan.

Plots zag hij een grote groep vissen. Er waren er 10.000, waarvan één tegen het kleine zwarte visje zei: “Welkom in de zee, vriend!”

Mijn gevangen collega’s! Is het mogelijk om achter dezelfde schoolbank als Samad te zitten, te kijken in de ogen van de kinderen van dit land en te zwijgen?

Is het mogelijk om een leraar te zijn en aan de kleine vissen van dit land niet de weg naar de zee te tonen? Wat doet het er toe of ze uit de Aras komen, of de Karoon, de Sirvan, of de Sarbaz Rood? Wat doet het er toe, als de zee een gemeenschappelijk doel is, dat ons allen verenigt? De zon is onze gids. Laat de gevangenis onze beloning zijn – het zij zo!

Is het mogelijk om de zware last te torsen van het leraarschap en verantwoordelijk te zijn voor het planten van de zaadjes van kennis, en toch stil te blijven? Is het mogelijk om de krop in de keel van onze leerlingen te zien en hun dunne en ondervoede gezichten, en stil te blijven?

Ik kan me niet voorstellen een leraar te zijn in het land van Samad, Khan Ali en Ezzati en me niet bij de eeuwige Aras-rivier te voegen. Ik kan me niet voorstellen om getuige te zijn van de pijn en armoede van de inwoners van dit land en niet onze harten aan de rivier en de zee te geven, te bulderen en te overstromen.

Ik weet dat op een dag deze harde en ongelijke weg voor de leraren geplaveid zal zijn, en dat jullie lijden een ereteken zal zijn, zodat iedereen kan zien dat een leraar een leraar is, zelfs wanneer zijn weg geblokkeerd wordt door gevangenis en executie.

Het kleine zwarte visje en niet de reiger is de eer van de leraar.

Het kleine visje zwom rustig in de zee en dacht: De dood ontmoeten is niet lastig voor mij, noch heb ik spijt. Plots dook de reiger naar beneden en greep het kleine visje.

Oma vis beëindigde haar verhaal en vertelde haar 12.000 kinderen en kleinkinderen dat het bedtijd was. 11.999 kleine visjes zeiden ‘goedenacht’ en gingen slapen. Ook de grootmoeder ging naar bed. Alleen één klein rood visje kon de slaap niet vatten. Hij dacht diep na…

Farzad Kamangar

Een leraar, ter door veroordeeld, Evin-gevangenis

* Een kerkhof in het oosten van Teheran waar veel politiek gevangenen geëxecuteerd werden

dinsdag 5 juli 2011

'Het kleine zwarte visje' mag gaan zwemmen


Vandaag kreeg ik de eerste exemplaren van mijn vertaling van Het kleine zwarte visje, dat binnen een paar dagen in de boekhandel ligt.

Het kleine zwarte visje is zoveel meer dan een kinderverhaal. Samad Behrangi, een immens populaire dorpsleraar die werd vermoord door aanhangers van de shah, schreef het ook als een allegorie voor het verlangen naar vrijheid onder een dictatoriaal regime. Het verhaal sluit dus uitstekend aan bij wat zich vandaag in de Arabische wereld en het Midden-Oosten afspeelt.

Het kleine zwarte visje woont in een beek met zijn moeder, maar wil de zee zien, en trekt op pad. Maar op zijn weg komt het gevaarlijke dieren als de pelikaan, de reiger en de zwaardvis tegen. Of het visje uiteindelijk ook vrijheid vindt? Daarvoor moet u het boek lezen, en dan nog - en dat is onder meer de kracht van het verhaal - kan ieder zijn eigen invulling aan het einde geven.

zaterdag 25 juni 2011

"Iraans regime deelt condooms uit om activisten te verkrachten"


De Iraanse autoriteiten gebruiken massaverkrachtingen om de moraal van politieke gevangenen te breken. Het regime van president Mahmoud Ahmadinejad deelt daartoe condooms uit aan criminelen. Dat blijkt uit een reeks brieven van gevangenen en families van gevangengenomen politieke activisten.

Mehdi Mahmoudian (zie foto), lid van de hervormingsgezonde politieke partij Islamic Iran Participation Front, is een van de gevangenen die erin geslaagd is brieven naar buiten te smokkelen die getuigen over de verkrachtingen in enkele van Irans meest beruchte gevangenissen. Mahmoudian werd gearresteerd tijdens de protesten tegen de uitslag van de frauduleuze presidentsverkiezingen van juni 2009 en zit gevangen in Rajaeeshahr Prison in Karaj, 20 km ten westen van Teheran.

“In verschillende cellen in de gevangenissen is verkrachtingen een veel voorkomende en aanvaarde daad geworden," schrijft hij in een brief die werd gepubliceerd op Kaleme.com, de officiële website van oppositieleider Mir-Hossein Mousavi. Sinds de publicatie van zijn brief zijn nieuwe getuigenissen opgedoken.

Op de oppositiewebsite Jaras vertellen familieleden van gevangenen dat de cipiers niets doen om de verkrachtingen tegen te gaan. "Zij die zich niet kunnen verdedigen en het zich niet kunnen veroorloven om de cipiers om te kopen, worden iedere nacht naar andere cellen gebracht om te worden verkracht", valt onder meer te lezen."Criminelen lopen over de luchtplaats met een condoom in hun hand, op zoek naar een slachtoffer. Als het slachtoffer niet sterk genoeg is, wordt hij verkracht. De cipiers doen niets als ze een gevangene met een condoom zien rondlopen, simpelweg omdat ze hem dat condoom zelf gegeven hebben."

Volgens Mahmoudian, die in een isoleercel zit sinds hij de brieven naar buiten bracht, werd één gevangene in één nacht zeven keer verkracht. “Zij die het slachtoffer zijn van verkrachtingen hebben zelfs een ‘eigenaar’ en die verdient geld door zijn slachtoffer te verhuren aan anderen, en hem of haar na een tijdje aan iemanders te verkopen.”

Iran ontkent, uiteraard, de verkrachtingen. Amnesty International veroordeelt ze. En de wereld? De wereld kijkt toe en blijft verbazingwekkend stil.

bronnen: PowNed, The Guardian

Betancourt in hongerstaking voor Amerikaanse gevangen wandelaars in Iran


Ingrid Betancourt, de voormalige gijzelaarster van de Colombiaanse rebellengroep FARC, gaat in hongerstaking. Ze wil daarmee protesteren tegen de opsluiting van twee Amerikaanse wandelaars in Iran.

De twee zitten sinds 2009 vast. Hun moeders begonnen in mei met een hongerstaking.

Josh Fattal (29) en Shane Bauer (28) werden samen met Sarah Shourd (32) eind juli 2009 aan de Iraans-Iraakse grens opgepakt nadat ze in Iran waren afgedwaald, naar eigen zeggen per vergissing, tijdens een bergwandeling in Iraaks Koerdistan. Sarah Shourd werd wegens gezondheidsredenen op borgtocht vrijgelaten in september 2010. 

De vroegere Colombiaanse presidentskandidate Betancourt, tussen februari 2002 en juli 2008 gegijzeld door de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC), maar ook de Amerikaanse vredesactiviste Cindy Sheehan nemen deel aan de hongerstaking die op 19 mei op gang werd getrokken door Laura Fattal (58) en Cindy Hickey (50). 

De twee vrouwen begonnen de actie uit solidariteit met hun gevangengenomen zonen. Ze hebben vrijdag aangekondigd dat ze zelf ook opnieuw in hongerstaking gaan van zaterdag tot donderdag. 



"Iran weet dat Josh en Shane onschuldig zijn, net zoals de hele wereld", schrijven beide vrouwen in het communiqué, waarin ze de Iraanse autoriteiten vragen "hun hart te laten spreken en hun kinderen onmiddellijk vrij te laten." De drie wandelaars moeten terechtstaan wegens spionage. Sarah Shourd zal bij verstek gevonnist worden. Hun proces achter gesloten deuren is op 6 februari begonnen. Een nieuwe zitting is ingeschreven voor 31 juli. Er was er eerder al een gepland op 11 juli, maar die werd om onbekende reden uitgesteld.

bron: Het Nieuwsblad

vrijdag 24 juni 2011

Bondgenoot Ahmadinejad gearresteerd

De rechterlijke macht in Iran heeft donderdag een bondgenoot van de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad vastgezet. Dat meldde de Iraanse staatstelevisie. Het is een nieuwe een stap in de machtsstrijd die het Iraanse leiderschap in zijn greep houdt.

De man, Mohammad Sharif Malekzadeh (zie foto), trad dinsdag af, slechts enkele dagen nadat hij was benoemd als onderminister van buitenlandse zaken. Hij boog onder de druk van een aantal hardliners die hem beschouwen als een onderdeel van een beweging die probeert de rol van de machtige Iraanse geestelijken te verzwakken. Vooral Ahmadinejads voormalige stafchef Esfandiar Mahim-Rashaie wordt daarbij geviseerd. De ultra-conservatieve geestelijkheid en leden van de Revolutionaire Garde betichten hem ervan het islamitische regime te ondermijnen.

Malekzadeh is aangeklaagd voor corruptie, maar ontkent.

Ahmadinejad is in een bittere strijd verwikkeld met het Iraanse parlement en de geestelijkheid. De steun van de hoogste geestelijk leider Ayatollah Ali Khamanei brokkelt langzaam af.

bron: NOVUM/AP

maandag 20 juni 2011

12 Iraanse gevangenen in hongerstaking


Twaalf Iraanse politiek gevangenen zijn sinds zaterdagmorgen voor een 'onbepaalde tijd' in hongerstaking gegaan uit protest tegen de dood van Haleh Sahebi en Hoda Saber en om 'de martelaren van de Groene Beweging te eren'. Dat meldt de Iraanse oppositiewebsite Kaleme.

Haleh Sahebi werd, zoals ik hier eerder berichtte, doodgeslagen op de begrafenis van haar vader Ezzatollah Sahebi. Hoda Saber ging in de gevangenis in hongerstaking uit protest tegen de moord op Haleh. Jammer genoeg overleed hij op 12 juni (twee jaar na de frauduleuze uitslag van de presidentsverkiezingen) aan de gevolgen van een hartstilstand. 64 gevangenen uit de vreselijke Evin-gevangenis in Teheran hebben getuigd dat Saber zwaar werd mishandeld voor zijn dood en ook geen medische bijstand kreeg.

In de brief waarin ze de wereld op de hoogte brengen van hun hongerstaking, zeggen de 12 gevangenen dat ze de 'rechten en vrijheden' willen krijgen die voorzien zijn in de Iraanse grondwet en 'vermeld zijn in verschillende internationale verdragen die Iran heeft ondertekend'. Ze klagen ook de 'brutale en onrechtvaardige celstraffen' aan en beschrijven de Groene Beweging als 'een keerpunt in het streven onze natie naar de verdediging van het vaderland en vrijheid'.

De prominente Iraanse journalist en schrijver Masoud Behnoud riep gisteren op om niet stil te blijven, en vroeg Iraanse journalisten, kenners en prominenten in binnen- en buitenland om hun steun uit te spreken voor de hongerstaking, opdat de twaalf gevangenen niet, zoals Hoda Saber, in stilte nieuwe slachtoffers zouden worden van het regime. De vraag bereikte ook mij, en dit is mijn bijdrage aan de oproep van Masoud Behnoud. Daaronder die van Maziar Bahari, Iraans-Canadese journalist, en Shirin Ebadi, Iraanse Nobelprijswinnares voor de Vrede.

De namen van de hongerstakers zijn: Bahman Ahmadi Amooei, Hasan Asadi Zeidabadi, Emadoddin Baghi, Emad Bahavar, Ghorban Behzadian-Nejad, Mohammad Davari, Amir-Khosro Dalir-Sani, Feizollah Arabsorkhi, Abolfazl Ghadyani, Mohammad Javad Mozaffar, Mohammad Reza Moghisseh, Abdollah Momeni.





zondag 19 juni 2011

"Mijn hart heeft een huis in je haar"

Helemaal in de ban van dit liedje van Vigen dat een FB-vriend vanmorgen postte: 'Shaneh' (De kam). Daarom: mijn vertaling, zodat mijn lezers er nog meer kunnen van genieten.



Vigen Derderian (1929-2003) was voor de Revolutie een van de populairste zangers van Iran. Hij werd ook wel 'de sultan van de Perzische jazz' genoemd. Zijn carrière begon in 1951, toen hij optrad in Café Shemiran in Teheran. Een radioproducer hoorde hem, en even later werd zijn eerste liedje een gigantisch succes. Er zouden er nog meer dan 600 volgen.

Bar gisooyat ey jan, kamtar zan shane


Kam je haar minder, mijn geliefde

Chon dar chin o shekanash darad dele man kashane

Want mijn hart heeft een huis in je krullen

Bogsha ze mooyat gerehi chand ey mah


Maak een paar knopen los uit je haar, o maan

Ta bogshai gerehi shayad ze dele divane

Je kan misschien een knoop losmaken uit mijn gekke hart

Del dar mooyat darad khane


Mijn hart heeft een huis in je haar

Majrooh gardad cho zani har dam shane

Mijn hart zou gewond zijn als je elke keer je haar kamt

Dar halgheye mooyat bas del asirast


Veel harten zijn gevangen in de ketting van je haar

Binam khoonin dele in o an sare har dandane

Ik zie bloedende harten op elke tand van de kam