donderdag 21 april 2011

Cees Nooteboom wint VPRO Bob den Uylprijs

Eergisteren was ik in Amsterdam voor de uitreiking van de VPRO Bob den Uylprijs, waarvoor ik met Duizend-en-één dromen genomineerd was. De VPRO Bob den Uylprijs bekroont het beste literaire en/of journalistieke reisboek.

Jammer genoeg won niet ik, maar Cees Nooteboom, maar niet getreurd: het is geen oneer om van hem te verliezen. Bovendien heeft Nooteboom mijn boek gekocht en mocht ik dat signeren, dus dat is ook al iets om blij om te zijn. En: het was een hartstikke leuk middagje Amsterdam.

Foto's van de middag volgen later op deze blog.

vrijdag 15 april 2011

Iraanse geestelijke: 'Khamenei riep "Ya Ali" bij geboorte'

Het gebeurt wel vaker dat een voorganger van het vrijdaggebed in Iran uiterst bedenkelijke opmerkingen maakt. Zo zei de Iraanse geestelijke Kazem Sedighi in april vorig jaar tijdens het vrijdaggebed in Teheran dat 'losbandige vrouwen' aardbevingen kunnen veroorzaken - wat tot media-aandacht en verontwaardiging over de hele wereld leidde.

April moet een vruchtbare maand zijn voor wanzinnige uitspraken van waanzinnige ayatollahs, want vandaag was het opnieuw prijs. Mohammad Saeedi, de voorganger van het vrijdaggebed van Qom ('Vaticaanstad' van Iran) zei tijdens zijn preek dat ayatollah Khamenei, de opperste leider van de Islamitische Republiek, allesbehalve een gewone baby was. De meeste baby's huilen wanneer ze geboren worden, maar zo niet Khamenei, aldus Saeedi: die riep gewoon de naam van de eerste imam van de sjiitische islam bij zijn geboorte. De aanwezige vroedvrouw heeft volgens Saeedi aan de halfzus van Khamenei verteld dat hij bij zijn geboorte de woorden 'Ya Ali' sprak, wat zoveel betekent als 'Heil aan Ali' - Ali was de eerste imam van de sjiieten, een van de twee grote ideologische stromingen binnen de islam waarvan de andere het soennisme is.

Wie Farsi begrijpt, kan hier Saeedi's verhaal horen.



Een poging van een geestelijke om Khamenei de status van een heilige te verlenen en zijn gedeukte imago wat op te poetsen. Sinds de protesten tegen de frauduleuze presidentsverkiezingen van juni 2009 is Khamenei voor veel Iraniërs vijand nummer 1 geworden. Wat daarvoor ondenkbaar was, gebeurt nu wel: bij de protesten tegen het regime is 'Dood aan Khamenei' een van de meest gehoorde leuzes die vanop de daken van Irans steden worden geschreeuwd.

bron: Radio Free Europe

dinsdag 12 april 2011

Nieuwe column voor TehranReview

Mijn nieuwe column voor TehranReview, over de dood van Kambiz Roustayi, kan u hier lezen.

vrijdag 8 april 2011

Iraanse ambassade Den Haag: 'Nederland moet verantwoordelijkheid nemen'

Het Iraanse regime is met een reactie gekomen op de dood van de Iraanse asielzoeker die woensdag zichzelf in brand stak. En zoals we het van de Islamitische Republiek gewoon zijn, schuiven ze de schuld weer in de schoenen van een ander.

Volgens een verklaring van de Iraanse ambassade in Den Haag moet Nederland ''een gevoel van verantwoordelijkheid moet tonen voor de verbetering van de ongepaste situatie van immigranten die een beter leven zoeken in dit land.'

Onvoorstelbaar. Ja, Nederland moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Maar het regime kan alleen anderen met de vinger wijzen. Vandaag werd bekend dat de Kambiz Roustayi zijn land ontvluchtte omdat hij in journalistieke kringen verkeerde en bij terugkeer naar Iran vreesde gemarteld te worden. Maar daar heeft het regime het natuurlijk niet over. Dat de man in Nederland terechtkwam omdat zij het leven daar onmogelijk maken, nee, daar hebben zij niets mee te maken.

bron: NU.nl

Stilte na de brand

Wat blijft het stil in Nederland nadat de Iraniër Kambiz Roustayi (36) zichzelf woensdag op de Dam in Amsterdam in brand stak - een wanhoopsdaad omdat hij geen hoop meer zag toen zijn asielaanvraag maar bleef aanslepen.

Ik kijk met scepsis naar de snelheid waarmee gisteren het aanvankelijke bericht werd tegengesproken dat de Iraniër helemaal niet uitgeprocedeerd zou worden - alsof dat zijn wanhoopsdaad moet minimaliseren en de schuldvraag eerder bij de man dan bij de overheid moet leggen. Zelfs als de man niet zou uitgezet worden, zijn er in het Wilderse Nederland genoeg elementen die een asielzoeker angstig kunnen maken en doen vrezen voor zijn toekomst, zoals de uitzetting woensdag van acht gezinnen met kinderen naar Irak.

Ik wacht op een hooggeplaatste politicus die een bloemenkrans gaat neerleggen op de Dam in Amsterdam. Maar voorlopig blijft het stil in Nederland.

De man zou voor hij zichzelf in brand stak hebben geroepen dat je alleen asiel krijgt in Nederland als je homoseksueel of christen bent. Ik vrees dat achter zijn woorden voor een groot deel een wrange waarheid schuilgaat.

donderdag 7 april 2011

Iraniër die zichzelf in brand stak in Amsterdam overleden


Nieuws uit Nederland waar ik het koud van krijg: in Amsterdam is vanmorgen de Iraniër overleden die zich gisteren op de Dam in Amsterdam in brand stak.

Het incident gebeurde woensdag rond halfeen 's middags bij het Nationaal Monument. De man (36 jaar) stak zijn kleding in brand, nadat hij zich had overgoten met een brandbare vloeistof. Toegesnelde omstanders en politieagenten wisten het hevige vuur te doven. Het slachtoffer is daarop naar een brandwondencentrum gebracht. Zijn toestand was toen al kritiek.

De politie meldde eerder dat de asielzoeker zou worden uitgezet naar Iran, maar nu blijkt de man nog een beroepsprocedure had lopen.

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) laat weten dat de man al enkele jaren in Nederland verbleef. Hij heeft enige tijd in het uitzetcentrum in Ter Apel gezeten. De man had volgens de IND de afgelopen jaren meerdere asielaanvragen ingediend. Vorige week was zijn herhaalde asielaanvraag echter afgewezen. Daarna is hij afgereisd naar Amsterdam.

De Iraniër zou vlak voor hij zichzelf in brand stak op de Dam in Amsterdam hebben geroepen dat je blijkbaar alleen recht hebt op asiel als je homo of christen bent.

Een wrang verhaal, dat de algemene benamingen 'asiel' en 'immigratie' een wel heel menselijk gelaat heeft. Liever nog dan terug te keren naar Iran stak de man zichzelf in brand. Als dat de bevoegde instanties niet even doet slikken, dan weet ik het ook niet meer.

bronnen: de Volkskrant, De Telegraaf

dinsdag 5 april 2011

'Het kleine zwarte visje': een voorsmaakje

In juni verschijnt mijn vertaling van het Perzische kinderverhaal Mahiye siyahe kuchulu van Samad Behrangi (1939-1967). Een mooi moment: in juni is het namelijk twee jaar geleden dat Mahmoud Ahmadinejad door de frauduleuze presidentsverkiezingen aan een tweede ambtstermijn kon beginnen. En is het ook twee jaar geleden dat de Groene Beweging ontstond, de oppositiebeweging die zich verzette tegen de uitslag van de verkiezingen en aanvankelijk eerst alleen een nieuwe stembusgang vroeg, maar vandaag ook durft te roepen om een totale verandering van het Iraanse systeem.

Juni is een mooi moment om met mijn vertaling te komen: ik zie mijn versie van Het kleine zwarte visje als onderdeel van mijn kleine oorlog tegen het regime. Het kleine zwarte visje is immers zoveel meer dan een kinderverhaal. Samad Behrangi, een immens populaire dorpsleraar die werd vermoord door aanhangers van de shah, had er ook allegorische bedoelingen mee. Het verhaal vertelt ook de strijd van onderdrukte mensen tegen dictatuur, en hun verlangen naar vrijheid. Het kleine zwarte visje woont in een beek met zijn moeder, maar wil de zee zien, en trekt op pad. Maar op zijn weg komt het gevaarlijke dieren als de pelikaan, de reiger en de zwaardvis tegen. Of het visje uiteindelijk ook vrijheid vindt? Daarvoor moet u het boek lezen, en dan nog - en dat is onder meer de kracht van het verhaal - kan ieder zijn eigen invulling aan het einde geven.

Veertig jaar na zijn dood blijft Samad Behrangi de populairste leraar van Iran. Tijdens de Revolutie van 1979 was dit een van de veelgehoorde leuzes: Rahe Samad rahe mast, Samad moalle mast. Vertaald: De weg van Samad is onze weg, Samad is onze leraar. Vandaag is het verhaal in Iran actueler dan ooit. Maar het verhaal heeft ook buiten Iran relevantie: als ik kijk naar de vele opstanden in de Arabische wereld, moet ik vaak aan het kleine zwarte visje denken.

Hier alvast een voorsmaakje van mijn vertaling:

‘Hou op met al die grote woorden,’ onderbrak de moeder het visje, ‘en laten we een eindje zwemmen. Nu is het tijd om te zwemmen, niet om te praten.’

‘Nee, mama, ik heb genoeg van al dat zwemmen’, reageerde het kleine zwarte visje. ‘Ik wil op weg gaan om te zien wat er elders gebeurt. Misschien denk je dat iemand anders jouw kleine visje deze ideeën heeft aangepraat, maar weet dat ik er zelf lang over nagedacht heb. Natuurlijk heb ik ook veel dingen van de anderen geleerd. Ik weet bijvoorbeeld dat meeste vissen klagen als ze oud worden, en vinden dat hun leven nutteloos is geweest. De hele tijd jammeren en vloeken ze over alles. Ik wil weten of het leven echt betekent dat je gewoon de hele tijd op een klein plekje moet rondcirkelen tot je oud wordt en verder niets, of dat er ook een andere manier is om op deze wereld te leven?’

Toen het kleine visje klaar was met spreken, riep de moeder uit: ‘Liefje! Ben je gek geworden? De wereld...! De wereld...! Wat is die andere wereld? De wereld is hier, waar we nu zijn. En het leven, dat is ook gewoon wat we nu hebben!’

Het boek verschijnt bij Uitgeverij Lannoo, met tekeningen van Korneel Detailleur. 80-tal pagina's. Kostprijs: 12,95 euro.




zaterdag 2 april 2011

Iraniërs vieren vandaag 'Sizdeh Bidar', de 13de dag van het jaar


Vandaag vieren Iraniërs ‘Sizdeh Bedar’, de dertiende dag van het Iraanse nieuwe jaar. Het is een oeroud, traditioneel feest dat door Iraniërs al werd gevierd omstreeks 500 voor Christus. Ongeveer 2600 jaar geleden dachten sommige Perzen dat de dertiende dag van het jaar ongeluk bracht. Daarom hadden de mensen de gewoonte hun huis te verlaten en de dag door te brengen met vrienden en familie op de dertiende dag van het Perzische nieuwe jaar. Sizdeh Bedar betekent letterlijk ‘de dertiende kwijtspelen’.

Traditioneel komen Perzen dan samen in hun parken of op het platteland; er wordt gegeten, gezongen en gedanst. Ook in het buitenland wordt 'Sizdeh Bedar' gevierd. Sedert vele jaren viert de Perzische gemeenschap in Nederland 'Sizdeh Bedar' in het Delftse Hout – Delft is een stad waar veel Iraniërs een nieuwe thuis hebben gevonden. Dit jaar vindt het feest er vandaag opnieuw plaats, mét schitterend weer.