woensdag 17 augustus 2011

Melancholie op muziek, door Mohsen Namjoo

Dit is zonder twijfel een van mijn favoriete Perzische liedjes, geschreven en gezongen door Mohsen Namjoo, die door The New York Times ook wel 'the Bob Dylan of Iran' werd genoemd.


Melancholie op muziek gezet. Hier de vertaling:

Ey Sareban, Ey karevan, Leylaye man koja mibari?

Ba bordane Leylaye man, jaan o dele mara mibari

Ey Sareban koja miravi? Leylaye man chera mibari?

Ey Sareban koja miravi? Leylaye man chera mibari?

Oh jij kameeldrijver, oh jij karavan! Waar neem je mijn Leili (= mijn geliefde)* mee naartoe?

Terwijl je mijn Leili meeneemt, neem je mijn hart en ziel mee,

Oh jij kameeldrijver, waar ga je naartoe? Waarom neem je mijn Leili met je mee?

Oh jij kameeldrijver, waar ga je naartoe? Waarom neem je mijn Leili met je mee?

Dar bastane peymane ma, tanha govaahe ma shod khoda,

Ta in jahan barpa bovad, in eshghe ma bemanad beja,

Ey sareban koja miravi? Leylaye man chera mibari?

Ey sareban koja miravi? Leylaye man chera mibari?

Terwijl we onze liefde beleden, was alleen God onze getuige,

Moge onze liefde leven zolang deze wereld ronddraait,

Oh jij kameeldrijver, waar ga je naartoe? Waarom neem je mijn Leili met je mee?

Oh jij kameeldrijver, waar ga je naartoe? Waarom neem je mijn Leili met je mee?

Tamame dinam be donyaye fani, sharareye eshghi ke shod zendegani,

Be yade yari, khosha ghatreh ashki, be sooze eshghi khosha zendegani,

Hamisheh khodaya mohabbat be delha bemanad, besane dele ma,

Ke Leili o Majnoon fesaneh shavad, hekayate ma jaavedaneh shavad,

To aknoon zeh eshgham gorizani, ghamam ra zeh chashman nemikhani,

Azin gham che halam nemidani

Alle religie die ik in deze sterfelijke wereld beleed veranderde in liefde, en dat werd mijn leven,

Hoe goed is het niet om een traan te laten ter herinnering aan een geliefde, hoe goed is het niet om te leven terwijl je brandt van liefde

O God, ik bid tot jou zodat liefde altijd in de harten blijft

Want het verhaal van Leili en Majnoon werd een verhaal, maar het onze wordt onsterfelijk,

Waarom loop je nu weg van mijn liefde? Waarom lees je de tekenen van wanhoop niet in mijn ogen?

Pas az to kamoonam baraye khoda, to marge delam ra bebin o boro,

Cho toofane sakhti zeh shakheye gham, gole hastiyam ra bechin o boro,

Ke hastam man an tak derakhti ke dar paye toofan neshaste,

Hameh shakhehaye vojoodash zeh khashme tabi'at shekasteh,

Je hebt geen idee hoe droevig ik ben,

Ik zweer dat ik niet zal overleven, dus blijf en bevestig de dood van mijn hart en ga dan weg,

Neem als een krachtige storm de bloem van mijn ziel uit de takken van verdriet en ga weg,

Want ik ben die ene boom die blijft als het stormt,

Dezelfde boom wiens takken zijn gebroken door de kwaadheid van de natuur

Ey Sareban, Ey karevan, Leylaye man koja mibari?

Ba bordane Leylaye man, jaan o dele mara mibari

Ey Sareban koja miravi? Leylaye man chera mibari?

Ey Sareban koja miravi? Leylaye man chera mibari?

Oh jij kameeldrijver, oh jij karavaan! Waar neem je mijn Leili mee naartoe?

Terwijl je mijn Leili meeneemt, neem je mijn hart en ziel mee,

Oh jij kameeldrijver, waar ga je naartoe? Waarom neem je mijn Leili met je mee?

Oh jij kameeldrijver, waar ga je naartoe? Waarom neem je mijn Leili met je mee?


* Layla en Majnoon, hoofdpersonages van Perziës bekendste liefdesverhaal; in het Oosten zijn deze geliefden net zo bekend als Romeo en Julia.


dinsdag 16 augustus 2011

Perzisch liefdesverhaal 'Khosrow en Shirin' moet na acht eeuwen worden gecensureerd


Het Iraanse Ministerie van ‘Cultuur’ slaat weer toe met een misselijkmakende censuuractie. Gisteren werd bekend dat het eeuwenoude epische liefdesverhaal 'Khosrow en Shirin' alleen nog mag verschijnen indien het wordt gecensureerd.

'Khosrow en Shirin' is een meesterwerk dat in 1177 werd geschreven door Nezami Ganjavi (1141-1209) en in 1180 voor het eerst verscheen. Het maakt onlosmakelijk deel uit van de Perzische literatuur en cultuur – het is zelfs erfgoed geworden, zoals veel van Irans literaire klassieken.

Maar 831 jaar na de publicatie van het boek heeft het Ministerie van Cultuur en Islamitische Leiding beslist dat bepaalde delen van het boek moeten worden gecensureerd. Toen Peydayesh Publiciations, dat het boek uitgeeft, besliste om na jaren de lay-out van het werk te veranderen ter gelegenheid van de achtste editie, moest het naar het Ministerie worden gestuurd ter goedkeuring. Groot was de verbazing van de uitgeefstser, Fariba Nabati, toen haar werd meegedeeld dat bepaalde delen moesten worden aangepast, zoals de zinnen ‘liet niets over van de wijn tijdens de dronkenschap’ en ‘ergens naartoe gaan waar we alleen kunnen zijn’ en ‘handen vasthouden’.

Sinds de Islamitische Revolutie van 1979 zijn verwijzingen in boeken naar fysiek contact tussen man en vrouwen verbannen wegens ‘immoreel’, evenals verwijzingen naar alcoholgebruik. Een overigens schitterend recent literair werk over de waanzin van de Iraanse censuur is Censuur. Een Iraans liefdesverhaal (2009) van Shahriar Mandanipour – in het Nederlands vertaald en verschenen bij Mouria Uitgeverij. Lees hier een interview met de auteur.

bron: TehranReview

vrijdag 12 augustus 2011

Iran gaat 'mensenrechten verdedigen' in Londen

Als je Iran al lang op de voet volgt, leer je bij berichten als deze zelfs een beetje (wrang) te glimlachen. Nadat president Ahmadinejad het Verenigd Koninkrijk een veeg uit de pan heeft gegeven voor de aanpak van de relschoppers in Londen en bij de Veiligheidsraad van de VN, die hij hypocriet noemde, aandrong om tot actie over te gaan, wordt vandaag bericht dat twee bataljons van de gevreesde Iraanse Basij-militie, die maatgevend betrokken was bij het gewelddadig neerslaan van een volksopstand in Iran eind 2009 na de gefraudeerde presidentsverkiezing, klaarstaan om naar Londen af te reizen.

Dat heeft de commandant van de militie, Mohammad Reza Naghdi, gezegd. De eenheden - door hem aangeduid als 'vredestroepen' - moeten helpen de rust in Londen te herstellen.

Bij het Iraanse staatspersbureau IRNA gaf Naghdi aan het 'herstellen van de rust' een bijzondere invulling: de Basijmilitie moet de mensenrechten verdedigen en de onderdrukten in Londen, Liverpool en Birmingham, zo zei hij.

Volgens Naghdi worden de opstandelingen in Groot-Brittannië ten onrechte bestempeld als plunderaars en saboteurs. "De misdaden van de despotische Britse monarchie tegen de onderdrukten in dat land, gaan door", stelde Naghdi. De Basij-commandant gaf wel aan dat zijn eenheden pas zullen afreizen als de VN het groene licht geeft.

De Islamitische Republiek acht zichzelf geroepen om elders in de wereld mensenrechten te verdedigen, terwijl ze vergeten in de spiegel te kijken. Nou ja, vergeten doen ze het niet, natuurlijk. Ze weten heel goed waarmee ze bezig zijn en uiten zich opnieuw als islamitische, machtsgeile hypocrieten die ervan genieten de eigen bevolking te sarren en daar nog een scheut bovenop doen door elders mensenrechten te gaan 'verdedigen'.

bron: De Stentor

dinsdag 9 augustus 2011

Iraanse schoolboeken ondergaan veranderingen in strijd tegen 'zachte oorlog'

Een Iraanse klas voor de Islamitische Revolutie van 1979

De Iraanse minister van Onderwijs, Mohammad Hajibabayi, heeft vandaag aangekondigd dat de schoolboeken in Iran tijdens het nieuwe academische jaar veranderingen zullen ondergaan, als een manier om tegenwicht te bieden tegen de zogenaamde ‘zachte oorlog van de vijand’. ‘Gezien de vijand de jeugd wil bereiken, aldus de minister, 'zullen we onze studenten vaccineren via onze opvoeding.’

De Islamitische Republiek voert een gevecht tegen de 'zachte oorlog' of ‘de zachte culturele en sociale bedreigingen en de macht van de vijand’, die de Iraanse regering wil omverwerpen. De massale straatprotesten na de frauduleuze presidentsverkiezingen van juni 2009 worden door het regime gezien als een deel van de ‘zachte oorlog van de vijand’. De minister van Onderwijs vindt het ‘onze ware en wettelijke plicht om onze studenten immuun te maken tegen de zachte oorlog.'

Sinds de protesten van 2009 onderging het Iraanse onderwijssysteem al verschillende wijzigingen. In een aantal universiteiten mogen jongens en meisjes al niet meer samen les volgen, er worden minder studenten toegelaten in de richtingen van de humane wetenschappen (43 procent moet worden gereduceerd tot 36 procent) en heel wat professoren die werden beschuldigen van ‘onislamitisch gedrag’ (i.e. seculiere professoren) zijn ontslagen.

Op de website van het VN-Vluchtelingencommissiaraat wordt een overzicht gegeven van discriminatie en intolerantie in Iraanse schoolboeken.

bron: Radio Zamaneh

zondag 31 juli 2011

Toch geen zwavelzuur in ogen van Iraanse man

Wat ik hier al eerder had 'voorspeld', is waarheid gebleken: een Iraanse man die zwavelzuur in de ogen van een vrouw had gespoten en als straf hetzelfde lot zou ondergaan, heeft op het laatste moment pardon gekregen van zijn slachtoffer. De 'oog-om-oog'-actie is daarmee van de baan, meldden Iraanse staatsmedia.

De man, Majid Movahedi, spoot in 2004 zwavelzuur in het gezicht van Ameneh Bahrami, omdat zij verscheidene huwelijksaanzoeken had afgewezen. Sindsdien is zij blind en is haar gezicht verminkt. Operaties in Spanje hebben geen baat gehad. Bahrami zou zondag met een pipet zwavelzuur in beide ogen van Movahedi spuiten.

Ik heb altijd gedacht dat de straf nooit zou worden uitgevoerd. Daar ben ik blij om, want ik hou niet van 'oog om oog', maar wat het tegelijk ook op een wrange manier aantoont, is dat in de Islamitische Republiek een vrouw het nooit zal 'winnen' van een man.

bron: de Volkskrant

De voltrekking van de straf was in mei al uitgesteld, tot woede van het slachtoffer. Bahrami ziet er nu vanaf omdat ze pardon groter vindt dan wraak.

De islamitische wetten die in Iran gelden staan toe dat een slachtoffer van een misdrijf met gelijke munt terugbetaalt. Vaak heeft dit de amputatie van ledematen of de dood tot gevolg .

vrijdag 8 juli 2011

'Het kleine zwarte visje': mijn eerbetoon aan Farzad Kamangar

Farzad Kamangar als leraar in Koerdistan

Vorig jaar werden op 9 mei in de beruchte Evin-gevangenis in Teheran vijf politiek gevangenen uit Koerdistan opgehangen: Farzad Kamangar, Ali Heydarian, Farhad Vakili, Mehdi Eslamian en Shirin Alam Holi. De vijf zouden banden hebben gehad met "antirevolutionaire groeperingen". Het Iraanse regime zei dat de vijf lid waren van de pro-Koerdische groepering PJAK, de Partij voor een Vrij Leven van Koerdistan (PJAK), die nauwe banden heeft met de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK).

De bekendste van de vijf was Farzad Kamangar (1975). Hij was twaalf jaar lang leraar in het Koerdische dorp Kamiaran. Op 19 augustus 2006 werd hij gearresteerd. Kamangar werd wel eens vergeleken met de beroemdste leraar van Iran en de schrijver van het verhaal waarvan mijn vertaling net in de boekhandel ligt: Samad Behrangi, die met zijn wereldberoemde Mahiye siah kuchulu (1968) of Het kleine zwarte visje ook zijn verzet uitte tegen het regime van de sjah en tegen een dictatoriale levenswijze. Tijdens de Iraanse Revolutie van 1979 was dit een veelgehoorde leuze: Rahe Samad rahe mast, Samad moalleme mast. Vertaald: De weg van Samad is onze weg, Samad is onze leraar.

Farzad Kamangar werd geëxecuteerd toen ik vorig jaar net begonnen was met mijn vertaling van Het kleine zwarte visje. Laat mijn vertaling een eerbetoon aan hem zijn. Hier volgt zijn afscheidsbrief uit de gevangenis, waarin hij verwijst naar het verhaal van Behrangi.

Wees sterk, kameraden

Er was eens een vis die 10.00 eitjes had gelegd. Alleen één zwart visje overleefde. Hij leeft samen met zijn moeder in een beek. Op een dag zei het kleine visje tegen zijn moeder: “Ik wil hier weg.” De moeder zei: “Waar naartoe?” Het kleine visje antwoordde: “Ik wil gaan kijken waar de beek eindigt.”

Gegroet, celgenoten. Gegroet, vrienden in pijn!

Ik ken jullie goed: jullie zijn de leraren, de buren van de sterren van Khavaran*, de klasgenoten van tientallen mensen wier teksten tegen hen werden gebruikt, de leraren van studenten wier enige misdaad hun gedachten waren. Ik ken jullie goed: jullie zijn de collega’s van Samad en Ali Khan. Jullie herinneren zich mij, toch?

Ik ben het, degene die vastgeketend zit in de Evin-gevangenis.

Ik ben het, de stille student die in de kapotte schoolbanken zit en verlangt om de zee te zien in een afgelegen dorp in Kurdistan. Ik ben het, die net als jullie de verhalen van Samad aan zijn studenten vertelde.

Ik ben het die graag de rol van het kleine zwarte visje op mij neemt.

Ik ben het, jullie kameraad die ter dood veroordeeld is.

De valleien en de bergen liggen nu achter hem en de rivier stroomt door een vlakte. Links en rechts voegen andere riviertjes zich bij de rivier, die nu vol water is. Het kleine visje geniet van zo overvloedig veel water…het kleine visje wilde naar de bodem van de rivier gaan. Hij kon zoveel zwemmen als hij wilde en botste nergens tegenaan.

Plots zag hij een grote groep vissen. Er waren er 10.000, waarvan één tegen het kleine zwarte visje zei: “Welkom in de zee, vriend!”

Mijn gevangen collega’s! Is het mogelijk om achter dezelfde schoolbank als Samad te zitten, te kijken in de ogen van de kinderen van dit land en te zwijgen?

Is het mogelijk om een leraar te zijn en aan de kleine vissen van dit land niet de weg naar de zee te tonen? Wat doet het er toe of ze uit de Aras komen, of de Karoon, de Sirvan, of de Sarbaz Rood? Wat doet het er toe, als de zee een gemeenschappelijk doel is, dat ons allen verenigt? De zon is onze gids. Laat de gevangenis onze beloning zijn – het zij zo!

Is het mogelijk om de zware last te torsen van het leraarschap en verantwoordelijk te zijn voor het planten van de zaadjes van kennis, en toch stil te blijven? Is het mogelijk om de krop in de keel van onze leerlingen te zien en hun dunne en ondervoede gezichten, en stil te blijven?

Ik kan me niet voorstellen een leraar te zijn in het land van Samad, Khan Ali en Ezzati en me niet bij de eeuwige Aras-rivier te voegen. Ik kan me niet voorstellen om getuige te zijn van de pijn en armoede van de inwoners van dit land en niet onze harten aan de rivier en de zee te geven, te bulderen en te overstromen.

Ik weet dat op een dag deze harde en ongelijke weg voor de leraren geplaveid zal zijn, en dat jullie lijden een ereteken zal zijn, zodat iedereen kan zien dat een leraar een leraar is, zelfs wanneer zijn weg geblokkeerd wordt door gevangenis en executie.

Het kleine zwarte visje en niet de reiger is de eer van de leraar.

Het kleine visje zwom rustig in de zee en dacht: De dood ontmoeten is niet lastig voor mij, noch heb ik spijt. Plots dook de reiger naar beneden en greep het kleine visje.

Oma vis beëindigde haar verhaal en vertelde haar 12.000 kinderen en kleinkinderen dat het bedtijd was. 11.999 kleine visjes zeiden ‘goedenacht’ en gingen slapen. Ook de grootmoeder ging naar bed. Alleen één klein rood visje kon de slaap niet vatten. Hij dacht diep na…

Farzad Kamangar

Een leraar, ter door veroordeeld, Evin-gevangenis

* Een kerkhof in het oosten van Teheran waar veel politiek gevangenen geëxecuteerd werden

dinsdag 5 juli 2011

'Het kleine zwarte visje' mag gaan zwemmen


Vandaag kreeg ik de eerste exemplaren van mijn vertaling van Het kleine zwarte visje, dat binnen een paar dagen in de boekhandel ligt.

Het kleine zwarte visje is zoveel meer dan een kinderverhaal. Samad Behrangi, een immens populaire dorpsleraar die werd vermoord door aanhangers van de shah, schreef het ook als een allegorie voor het verlangen naar vrijheid onder een dictatoriaal regime. Het verhaal sluit dus uitstekend aan bij wat zich vandaag in de Arabische wereld en het Midden-Oosten afspeelt.

Het kleine zwarte visje woont in een beek met zijn moeder, maar wil de zee zien, en trekt op pad. Maar op zijn weg komt het gevaarlijke dieren als de pelikaan, de reiger en de zwaardvis tegen. Of het visje uiteindelijk ook vrijheid vindt? Daarvoor moet u het boek lezen, en dan nog - en dat is onder meer de kracht van het verhaal - kan ieder zijn eigen invulling aan het einde geven.