Gepost op zondag 7 juni 2009 om 08:15 op http://standaard.typepad.com/iran
De weg van Teheran naar Qom is lang, stoffig en monotoon. Een kwartier nadat onze trein stipt op tijd de hoofdstad heeft verlaten, wordt bruin de overheersende kleur van het landschap. De rijkdom van het noorden van Teheran is hier ver weg: overal zie ik vervallen huizen, leegstaande fabrieken en kapotte auto’s. Af en toe rijdt in de verte een eenzame vrachtwagen voorbij of duwt een man een steekkar vol lompen voort.
Het is warm in de trein, maar met de ramen wijd open is de hitte draaglijk. We kopen thee, water en juju kabab (chicken kebab). In Iran heeft elke trein zijn eigen restaurant, al is die naam wat overdreven. Het eten heeft weinig smaak, maar de weg is nog lang en we kunnen beter met een volle maag toekomen in Qom.
Na Masshad is Qom de meest religieuze stad van de Islamitische Republiek. Het was hier dat ayatollah Khomeini in 1963 zijn ziedende speech gaf tegen de shah: zo zei hij onder meer dat wanneer de shah op de ingeslagen weg verderging, het volk dankbaar zou zijn wanneer hij het land op een dag zou verlaten. Khomeini werd in 1964 verbannen uit de stad, maar de conservatieve geestelijken bleven zich vanuit Qom tegen het bewind van de shah verzetten en het was hier dat uiteindelijk de Islamitische Revolutie haar oorsprong had.
Drie uur na ons vertrek uit Teheran rijdt de trein langzaam en met piepende remmen het station van Qom binnen. “Qom, Qom, Qom!” hoor ik iemand roepen. Wanneer we uitstappen, blijkt meteen dat we in een totaal andere wereld dan Teheran zijn terechtgekomen: ik word door bijna iedereen aangestaard. “Je bent westers,” zegt de gids, “lang en blond, en dat hebben de mensen nog niet vaak gezien.” Ik lach en zeg Ahmad dat ik helemaal niet blond ben, maar hij antwoordt dat ik naar Iraanse normen héél erg blond ben. Zowat alle vrouwen dragen hier de zwarte chador, en vooral oudere dames werpen me af en toe een verwijtende blik toe. Ik heb nog nooit zulke verhullende kledij als nu gedragen, maar toch voel ik me soms bijna naakt.
In Qom zie je niet de grote shops van Teheran, maar wel kleine winkeltjes waar vers brood wordt gebakken of sohan wordt gemaakt, de bekende zoetigheid uit Qom. De straten van deze stad lopen vol geestelijken in wapperende gewaden, druk bellend met hun supermoderne mobiele telefoons en daarna wegscheurend op hun motorfietsen.
We bezoeken het indrukwekkende Hazrat-e Masumeh, de plek waar Fatemeh, de zus van imam Reza in de negende eeuw begraven werd. Hassan (28) is leraar Engels in Qom en leidt ons rond. Wanneer ik hem vraag of hij voor Mousavi of Ahmadinjead zal stemmen, wil hij eerst niet antwoorden. Dan klinkt het tenslotte aarzelend: “Mousavi.” Meteen bespeurt hij de verrassing in mijn ogen: “Ik weet dat je dit niet zou verwachten op deze plek. Al mijn collega’s hier stemmen op Ahmadinejad. Maar het is genoeg geweest. Die man is echt veel te conservatief. Hij is zelfs gevaarlijk. Obama heeft gezegd dat hij wil praten, en dat is belangrijk, maar zolang Ahmadinejad aan het roer blijft, zal er van contact met Amerika geen sprake zijn. Nochtans hebben we dat nodig. Dit land heeft verandering nodig."
Even later bevinden we ons in de drukke hoofdstraat van Qom, en hier is Ahmadinejad werkelijk overal aanwezig. Vrouwen in zwarte chador houden met de ene hand hun gewaad vast en in de andere hand een poster van hun president. Kapperszaken, bakkerijen, boekenwinkeltjes: het is al Ahmadinejad wat de klok slaat.
Plots zien we hoe een grote menigte zich verdringt bij een lange muur vol affiches. We gaan dichterbij en zien dat hier de supporters van Mousavi hun tenten hebben opgeslagen. Op een hoge tafel staat een televisie waarop een video wordt afgespeeld die het beleid van Ahmadinejad evalueert. Zodra we worden opgemerkt, verdringen tientallen mensen zich rond mij en smeken ze bijna om geïnterviewd te worden. Ze zijn overwegend jong, tussen de twintig en veertig, maar vanop op een afstand kijkt een oude man van een jaar of tachtig glimlachend toe. Hij vangt mijn blik op, wijst naar een poster van Mousavi en steekt zijn duim in de lucht.
Pezhman (20) stemt voor Mousavi omdat zijn sociale en economische plannen ‘stukken vooruitstrevender’ zijn dan die van Ahmadinejad. Wanneer ik hem vraag voor wie hij de vorige keer heeft gestemd, antwoordt hij dat hij zich dat niet meer herinnert. “We willen weer de banden aanhalen met de Verenigde Staten. We willen vrijheid en democratie. Khamenei is mijn leider en is goed, maar Ahmadinejad is niet goed.”
Mohammed Hussein (25) duwt Pezhman weg en zegt dat Ahmadinejad de enige keuze voor Iran is, omdat hij de morele waarden van dit land verdedigt. Bovendien: “Mousavi is een zwak man, want hij kan niet zonder de steun van Khatami.” Mohammed lijkt steekt een stevig betoog te willen afsteken, maar wordt plots naar buiten geduwd door een aantal aanhangers van Mousavi. “De fans van Ahmadinejad hebben genoeg kansen om hun boodschap te verkondigen. Dit is ons hoofdkwartier, en hier moeten ze wegblijven.”
We wandelen verder en stuiten op een ander campagneteam: dat van Mehdi Karroubi. Sadeq Chehrqani is twintig en zegt dat vele kandidaten voor de verkiezingen maar een paar maanden daarvoor de politieke arena betreden, maar dat geldt niet voor Karroubi: hij heeft ervaring in de Iraanse politiek. “Karroubi zal vrouwen en etnische en religieuze minderheden beter behandelen. Hij heeft de jonge mensen ook verandering beloofd.” Achter Sadeq (links) hangt een poster van Karroubi waarop in grote Perzische letters ‘BIG CHANGE’ staat.
’s Avonds laat zijn de straten van Qom nog steeds in de ban van de verkiezingscampagne: op televisie wordt het tweede live debat tussen de presidentskandidaten uitgezonden, deze keer tussen Ahmadinejad en Karroubi. Aan elke winkel die een televisie heeft, verdringen de mensen zich om een glimp van het debat op te vangen. Op een pleintje aan de rand van de stad hebben fans van Ahmadinejad een tafel met een wit deken bedekt en daarop een televisie neergezet. Ik vraag Mansoureh, een jong meisje dat de chador draagt, waarom ze voor Ahmadinejad stemt. “Hij is dapper. Hij is van het volk. Hij is rechtvaardig. Hij is de allerbeste.” Ik vraag haar of ze het rechtvaardig vindt dat onder deze president bijvoorbeeld de kledingvoorschriften voor vrouwen zoveel strenger zijn geworden? “Hij is rechtvaardig. Jullie begrijpen niet dat vrijheid in je hoofd zit. De hijab is absolute vrijheid.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten